Procon Nederland - termijn 1
Rotterdam
Dat bedrijf heette Procon
Nederland, was een petrochemisch adviesbureau en was gevestigd in een groot kantoorpand
aan het Weena te Rotterdam op de vijfde verdieping. Procon
Nederland was min of meer een bijkantoor van een heel grote organisatie uit
Amerika. Deze organisatie heette: UOP. Ik heb geen idee meer waar deze
afkorting voor stond, maar in de olie-industrie moet het toch wel een hele
grote maatschappij zijn geweest. Er werd daar veel met rangen en standen
gewerkt. Voor elke functie was wel een naam bedacht. Dus als je goed je best
deed kwam je al snel in aanmerking voor een hogere graad en dat was uiteraard
gelijk te merken aan je salaris. Een zeer opvallend punt was hier toch wel
aanwezig. Er werkten ook een aantal echte Amerikanen bij dit bedrijf en kregen
hun loon in dollars uitbetaald. Net zoveel dollars als hun
‘gelijkwaardige’ collega’s die bij een afdeling, of beter
gezegd, het hoofdkantoor in Amerika werkten. Omgerekend ontvingen hun hier in
Nederland zowat 2,5 maal zoveel als wij Nederlanders. Ik werkte hier in vaste
dienst van april 1969 t/m oktober 1970 en nogmaals 8 maanden in 1973. Ik werkte
op de afdeling: Civil and Structural en was Draughtsman
Grade II. Het werk bestond voornamelijk uit het tekenen van fundaties voor
petrochemische installaties. In die tijd waren we bezig voor de Gulf in de
Botlek en ook nog voor een olieraffinaderij in Mombasa te Afrika. In mijn
beginperiode was het er erg druk. Toen kwam er een moment dat het werk
grotendeels gedaan was. Normaliter ben je dan niet meer nodig. Maar hier gold:
een opgevulde plek was net zo belangrijk dan het hebben van werk. Regelmatig kwam
er een belangrijke ‘delegatie’ uit Amerika of het Midden-Oosten,
kijken of de personeelsbezetting naar hun oordeel voldoende was, voor het
krijgen van nieuwe opdrachten. Vaak hadden we weken niets te doen en moesten
wij ons maar bezig zien te houden met allerlei onbelangrijke dingen, zoals het
oplossen van kruiswoordpuzzels en dergelijke. Dit moest zoveel mogelijk ongeziens gebeuren. Je had minstens altijd wat documentatie
op je bureau liggen, die je dan snel uit kon spreiden over je puzzelboekje
heen, als er plotseling weer eens zo’n ‘delegatie’ kwam
opdraven. Ik heb dit nog bijna 'n jaar weten vol te houden, maar ben toen
weggegaan. Dit was niet meer op te brengen. Een paar jaar later vroegen ze of
ik weer terug wilde komen. Ze zeiden dat er veel veranderd was. Tegen gunstige
condities heb ik dat toen gedaan. In het begin ging het inderdaad wel goed,
maar merkte al vrij snel dat het bedrijf het niet lang meer zou maken.
Vóórdat het bedrijf definitief stopte ben ik al weer weggegaan.
Enkele vergelijkbare bedrijven uit die tijd waren: Lummus
en Badger uit Den Haag en Dow-Chemical (die zaten bij
ons boven, op de 6e en 7e verdieping). Er werkte bij Procon
veel mensen die daar ooit hadden gewerkt. Later gingen ze daar weer naar terug.
Enkele collega's uit die tijd waren: John Sonneveld, Johnny Aue,
Oei, John v.d. Maagdenburg, Peter de Quant (voetbalde toen in het eerste elftal
van Sparta-Rotterdam), Bastiaansen (die ik in 1990 weer tegenkwam bij
Ingenieursbureau Zonneveld), Joost v.d. Vlugt, Krol en Jan Vambersky
(die ik in 1994 weer tegenkwam, maar nu als directeur van Ingenieursbureau Corssmit te Rijswijk). De directeur van Procon
Nederland was de heer Rodin uit Amerika.
Kees Wittenbols.
Mei 2007
Ga naar: Nedam - Den Haag*