Albanië

 

 

Vorig jaar (2005) hebben we weer eens ‘gek’ gedaan en gingen op de nostalgische toer, maar nu met voor mij als hoogtepunt, een uitstapje naar Albanië. Dat vreemde tot voor kort ontoegankelijk land, in het zuidoosten van Europa, wat tijdens het ‘zwaar’ en orthodoxe communistische regiem van voormalig leider Enver Hoxha, zo goed als afgesloten was van de buitenwereld. In de jaren zeventig was ik in Ohrid, nu Macedonië, dus vlak bij de Albanese grens. We zijn toen richting de grenspost gereden en voorbij de laatste, toen nog Joegoslavische plaats Struga werd het echt akelig stil op de resterende 20 km naar de grens. Een enkele boer al of niet vergezeld van een ezel, die zijn ‘ogen uit z’n lijf’ keek naar die vreemde auto met een Nederlands nummerbord! ‘Een kwartje voor zijn gedachten!’ Tot aan de Joegoslavische grenspost kwamen we, buiten een kar of iets dergelijks, geen enkel verkeer meer tegen. Aan Joegoslavische zijde was de grenspost geheel verlaten op een hoogst verbaasde en geamuseerde douanebeambte na. Ik vertelde hem eerlijk dat het mij zo fascineerde en dat ik hoopte een ‘blik’ te kunnen slaan op Albanees grondgebied. Of de goede man mij begreep weet ik niet, maar hij stelde lachend voor dat ik het mocht proberen door te rijden tot de Albanese grenspost, die we dieper zagen liggen en er heel, heel ‘grimmig’ uitzag. Die grenspost was omgeven met geschutskoepeltjes en de enige bewegingen die ik zag waren druk heen en weer lopende soldaten, die een vrachtwagentje stonden te controleren en waar ze volgens hun ‘Joego-collega’ al een halve ochtend mee bezig waren.

 

Gespannen als een kind heb ik er een tijdje staan kijken en de ‘Joego-beambte’ vertelde me nog dat op drukke dagen er wel 4 tot 5 (vracht) auto’s passeerden en dan te weten dat deze grenspost toen één van de twee grensposten was, tussen het ‘verlichte’ communistische Joegoslavië en het zwaar orthodoxe communistische Albanië. In die dagen kon je amper wat aan de weet komen over het toen enige zichzelf noemende atheïstische land ter wereld. Elke vorm van godsdienst en of religie was toen uit den boze. Tevens stond het bekend als een der allerarmste landen van het communistische blok en het was zondermeer hét armste land van Europa. Veel heb ik toen qua kennis gehaald uit het boekwerk: Albanië, een reisgids van Gerda Mulder en Piet Ordeman (uitg. Ordeman 1984-Rotterdam).

 

 

 

Paleokastritsa te Corfu

 

 

Maar nu was het 2005 en we reden via Duitsland naar Venetië, waar we de boot namen naar Corfu. Een juweel van een Grieks eiland met een bewogen geschiedenis. Het was in de afgelopen eeuwen zowel Engels als Italiaans bezit en die invloeden zijn nog steeds goed voelbaar en niet het minst in de lokale keuken waar je de Italiaanse invloeden onmiskenbaar kan terugvinden. In brochures en via internet had ik vernomen dat er dagelijks een boot vanuit Corfu-stad naar Albanië voer en hierbij werd overigens meer dan gewaarschuwd voor de gevaren waaraan toeristen zich zouden blootstellen, als zij Albanië wilden gaan bezoeken. Voor menigeen een reden er van af te zien, voor mij echter een aanbeveling van de eerste orde. Want niets prikkelt mijn nieuwsgierigheid meer als dergelijke opmerkingen. Niet dat ik zo graag beroofd wordt of iets dergelijks, neen, geenszins. Maar ik ga me dan altijd afvragen en veelal terecht, wat ze te verbergen hebben?

 

Heel vroeg in de ochtend zijn we naar de haven gereden van Corfu-stad en het was een heel ‘uitgezoek’ welke van de boten de ferry was naar het Albanese vasteland. Natuurlijk op aanwijzingen gevonden, want deze ‘ferry’ was amper de naam waardig. Een tweedeks ‘notendopje’ met plaats voor welgeteld 6 auto’s en niet te grote a.u.b., want anders paste het niet meer op het open dek. De kapitein nam alle paspoorten in en wij waren weer eens als enige, de twee buitenlanders. Voor de rest waren het allemaal Albanezen volgepakt en voorzien van plastic tassen en zakken en al wat ze maar mee konden torsen. De administratieve afwikkeling duurde eigenlijk niet zo lang, maar de manier waarop was lachwekkend en uitermate onpraktisch. Tja, bureaucratische streken leer je niet zomaar in een paar jaar af nietwaar. Bovendien is efficiëntie per slot van rekening een westers woord, maar ook een manier van leven en dát is in dergelijke landen het grote probleem, zeker voor de toekomst als deze landen verder aansluiting willen bij de EU. De tocht zelf duurde plusminus 1,5 uur en met Albanese koffie erbij, of wat er voor door moest gaan, was het best een pleziertochtje. Het was voor mij een vreemde gewaarwording om op het achtersteven plaats te nemen, juist naast de Albanese vlag die achterop hing. Wat kan de tijd toch veel veranderen!

 

 

 

Saranda

 

 

Zoals gezegd na 1,5 uur kwamen we aan in Saranda, een kleine maar groeiende stad in het zuiden van Albanië en we werden er gelijk door de douane ‘uitgepikt’ en die vroegen ons even mee te komen. Aan het einde van de aanlegsteiger stond een journalist met een mevrouw met tv-camera en ons werd ‘honderduit’ gevraagd, wat we kwamen doen in Albanië, of we Albanië kenden?, hoe we er over dachten?, of we er al eerder waren geweest? en zo ja, wanneer? Of wij ook vonden dat het land aansluiting moest zoeken bij de EU?, enz. enz. Het was pure propaganda zoals ik ook wel eens ondervonden had, maar dan met een andere wijze van benadering in vroegere Oostblokstaten. Dit was rechtstreeks ‘nageaapt’ van de Amerikaanse voorbeelden van interviewen met gesloten vraagstelling. Met een vriendelijk en ‘warm’ welkom namen we afscheid van de cameraploeg en moesten toen door een heus en zowaar supermodern douanekantoor ons melden bij de immigratie. Een tweetal stempels siert ons paspoort nog en toen lag Albanië voor ons open. We verbaasden ons over het enorm groot aantal Mercedessen, de meeste nog met een D-stikker erop naast het Albanese nummerbord. Maar ook Nederlandse auto’s, van origine althans, nu dan wel voorzien van een Albanees kenteken, maar de naam van de Nederlandse garage die de auto indertijd had verkocht was soms nog leesbaar. Het klinkt ongelofelijk, maar werkelijk 80 tot 90% van het wagenpark bestond uit tweedehands Mercedessen. Echt oude auto’s waren er totaal niet, autobezit was in de tijd van het commie-regiem voor privé-personen dan ook strikt verboden!

 

 

 

Migjeni Theater – Shkodra

 

 

Al gauw realiseerde ik mij dat we op dat moment in het zuiden van Albanië waren, waar de meeste mensen, zij het oorspronkelijk, de Grieks-orthodoxe religie aanhingen en ongeveer 15% van de bevolking uitmaken. Het noorden van het land, bij Shkodra en omgeving zijn ze veelal Rooms-katholiek en in het midden van het land tot aan de nu Kosovaarse en Macedonische grens toe is voornamelijk (van oorsprong) Islamitisch (65%) en dat is in vrijwel alles te merken. De bouwstijl, de kleding én de houding van de meeste van hen. Opvallend is trouwens dat er ook een sterk groeiend aantal Evangelische groepen ontstaan, in bijna elke plaats en dát in een land waar je voor nog geen twintig jaar de kogel kon krijgen als je ook maar een bijbel of zoiets bezat, laat staan eruit predikte.

 

Van gevaren, roofzucht of andere kwalijke zaken hebben wij echter niets, maar dan ook helemaal niets gemerkt. Wel dat men mij terugriep toen ik, per ongeluk, enkele Leks (munteenheid van Albanië) teveel had betaald. Aan alles was te zien dat het landje, kleiner dan Nederland, volop in opbouw was. Zonder enig zicht op historisch besef werd alles wat oud was (20 jaar en ouder) gesloopt en werden er nieuwe flats, woningen, bedrijven etc. voor in de plaats gezet.

 

 

 

Jezuïtencollege – Shkodra

 

 

De bevolking in het zuiden is open en vriendelijk en vooral heel behulpzaam en wij, toch een beetje achterdochtig als ervaren reizigers, hielden de hand al op de portemonnee. Duidelijk bleek dat het de mensen niet om fooien of geld ging, neen, dat werd soms pertinent geweigerd. De behulpzaamheid was gemeend en voor ons ongekend. Maar toch wel beperkt tot het noorden en het zuiden van het land. In het midden en drukst bevolkte deel word je toch nog als een ‘rare snoeshaan’ en een ‘wandelende flappentap’ gezien. Het prijsniveau, echt Hollands hé?, wel, die was en is ongekend laag. Waar kun je voor omgerekend 2 euro je maag helemaal volstoppen en dan nog als toetje lekker veel fruit en dat in ongekende hoeveelheden?

 

Helaas moet gezegd worden dat het alleen in het zuiden en in het noorden van Albanië best goed toeven is. Het middengedeelte, wat ik al aangaf en wat voornamelijk Moslim is, daar is de bejegening echter een stuk minder vriendelijk en is ook de ‘vooruitgang’ wat minder en is de algehele indruk wat ‘stoffiger’ en soms zelfs is er sprake van een grote puinhoop. Wel zie je alom nieuwe minaretten bij de pasgebouwde moskeeën staan en tot mijn verbazing lopen er en dat na zovele decennia waarin elke uiting van religie ten strengste verboden was, weer mensen rond in typische Islamitische kledij. Die scheiding der ‘geesten’ gaat mijns inziens ook in Albanië een keer ‘goed’ fout. Laten we maar stellen dat de bevolkingsgroepen elkaar niet zo liggen en dat is niet naar etnische afkomst gerekend, maar wel naar religieuze overtuiging. Dat hier zoveel Moslims wonen is te ‘danken’ aan de 5 eeuwen durende Turkse overheersing, gelijk zoals het te verklaren is dat er in Bosnië en Kosovo (voormalig Joegoslavië) zoveel Moslims woonachtig zijn. Een resultaat van de Ottomaanse (Turkse) overheersing van de Balkan gedurende een vijftal eeuwen. Echt grote steden vind je in Albanië niet. Alleen de hoofdstad Tirana is een redelijke provinciestad met een paar honderdduizend inwoners, maar zonder grootsteedse allures. Je waant je soms in een dorp in plaats van in een (hoofd)-stad.

 

 

 

Tirana (1)

 

 

Het overwegend bergachtige land is echter van een ongerepte wilde schoonheid, maar toch erg dun bevolkt en het wegennet is ronduit niet gemaakt voor uw en mijn auto! Vermaak, vertier, uitgaansleven, nachtleven, strandleven zoals in Spanje, Italië of elders, tja, daarvoor moet je er niet heen. Maar voor de echte natuurliefhebber wel, dié kan er nog echt aan zijn ‘trekken’ komen en dan merk je hoe een decennia lang geïsoleerd bestaan ook zijn voordelen kan hebben, zeker voor flora en fauna.

 

 

 

 

Tirana (2)

 

 

Potentie heeft Albanië als toeristenland zeer zeker, het heeft dan ook best wel het een en ander te bieden. Maar de bevolking spreekt amper zijn talen, alleen in het zuiden kun je soms met Italiaans terecht. Maar als er niet gauw wat verandert in dit land en dan bedoel ik met name het gedrag van de Moslimbevolking en hun attitude in het algemeen, dan heb ik mijn grote twijfels of dit op zich prachtige land zich ooit zal kunnen meten, met de toeristische concurrentie van eigenlijk heel het noordelijke deel van de Adriatische en Middellandse Zee.

 

Visa voor Albanië zijn afgeschaft, vooruitboeken is ook niet meer nodig. Iedereen met een paspoort kan vrij in- en uitreizen. Echt georganiseerde reizen naar Albanië zijn zeer, zeer schaars. De enige (internationale) luchthaven van het land, bij de hoofdstad Tirana is dan ook minder druk dan Gilze-Rijen op een zondagmiddag. Mocht u ooit eens bijvoorbeeld naar Dubrovnik in Kroatië op vakantie gaan, dan wil ik u zeker een (meerdaagse) trip naar Albanië van harte aanraden. Al was het maar om de goedkope drank, sigaretten, en … elektronische apparatuur. Bedenk wel dat 50 kilometer reizen in Albanië u toch al gauw een kleine 1½ uur gaat kosten, mits u uw auto weer redelijk voor een volgende APK-keuring wilt aanbieden. Openbaar vervoer zou een alternatief kunnen zijn. Er rijden enkele dieseltreinen tussen de grotere plaatsen en uiteraard ook bussen. Als u geluk heeft treft u een goede tweedehands meestal Duitse bus. Maar o wee als u pech heeft en er staat een ‘oud aftands ding’ (van oorsprong Chinees makelij) voor uw neus en de trip duurt een uur of vier, tja, dan zou ik me nog maar eens bedenken, getuige de vele wrakken die ik langs de weg heb zien staan of in de ravijnen zag liggen. Want ‘opruimen?’ Ik betwijfel overigens of het woord in het Albanees wel voorkomt! Toch al met al een reuze interessante ervaring en zeker niet duur!

 

 

Silvia Videler.

 

September 2006

 

Home