Japan

 

 

 

Straatbeeld Tokio

 

 

Mijn visie op Japan en het hele verhaal zelf zal toch een beetje anders zijn dan bij de meeste andere verhalen. Het is namelijk ruim dertig jaar geleden dat ik dit vreemde en fascinerende land gezien heb. Dus mijn ervaringen zullen achterhaald zijn en zeker zal er erg veel veranderd zijn ten aanzien van verbindingen en het reizen in het binnenland. Wat mijns inziens niet veranderd is, dat is de mentaliteit van de gemiddelde Japanner. Hopelijk dat de Japanners intussen wat meer gewend zijn aan westerlingen in hun steden en dorpen en dat ze er wat meer voor openstaan. Gezien hun op export georiënteerde industrie zou dat toch voor de hand moeten liggen.

 

Maar eerst wat algemene gegevens en wetenswaardigheden: Japan is een langgerekte eilandengroep. Vier hoofdeilanden en een heleboel kleine eilandjes. Honshi is het hoofdeiland met de meeste steden. Dan het noordelijke Hokkaido en in het zuiden heb je dan nog: Shikoku en Kyushu. Japan telt ongeveer 128 miljoen inwoners en de meeste Japanners wonen in grote tot zeer grote steden. Slecht 21% van de bevolking woont in kleine dorpjes of op het platteland. Ik geloof dat nergens ter wereld de urbanisatie zo heeft toegeslagen. Japan maakt op veel, zeer veel gebieden een aparte indruk. Zo zijn er ook erg weinig landen die kunnen stellen dat hun bevolking zo homogeen is als die van Japan. Meer dan 99% van de bevolking zijn dan ook daadwerkelijk Japanners en die ene kleine procent is dan nog voornamelijk van Koreaanse afkomst, een buurvolk en een enkele verdwaalde Chinees. Op het noordelijke eiland zijn ook nog enkele tienduizenden Aino’s te vinden. Een bevolkingsgroep die geheel afwijkt van de Mongoloïde Japanners. Zij zijn haast blank en sterk behaard. Men stelt dat deze groep de oorspronkelijke inwoners van Japan waren alvorens er sprake was van een Japans volk. De oorsprong van de Japanner is met duisternis omhuld. Het meest lijken ze nog op de Koreanen maar door de eeuwen heen is het overduidelijk een apart en op zichzelf staand ras geworden. In ongeveer 100 jaar tijd heeft de bevolking van Japan zich verdrievoudigd. Hetgeen erop duidt dat een grote kinderschare hier tamelijk ongewoon is. Zelf heb ik gezien hoe klein en bekrompen de gemiddelde Japanner in de steden woont. In piepkleine flatjes, met dito kamertjes. Ook de eethuisjes, zij het veelal die in de zijstraatjes, zijn niet veel groter dan een huiskamer. Echter in diezelfde kleine ruimte is dus ook de keuken te vinden en de paar ‘piepkleine’ tafeltjes waar je wat kan gebruiken.

 

 

 

Minito Mirai 21 – Yokohama

 

 

Alles is kleiner in Japan, ook de mensen en dat maakt het soms weleens minder prettig er rond te wandelen. Als blanke westerling steek je ongewild overal bovenuit. Zelf ben ik amper 1,70 meter, dus voor Europese begrippen geenszins groot of lang. Maar in Japan ben ik een ‘klein formaat reuzin.’ In grote steden als Tokio en Yokohama is men de westerling best gewend. Ook nog wel in de oude hoofdstad Kobe en het nabijgelegen Osaka. Als je echter aan de westkust komt waar relatief weinig toeristen komen, dan pas ben je echt een bezienswaardigheid. De Japanner heeft trouwens veel meer innerlijke beschaving dan de gemiddelde Chinees. Staat de Chinees je rustig onbeschaamd van ‘top tot teen’ te begluren, de Japanner zal dit beslist ook doen, maar alleen als jij het niet ziet. Het ergste wat een Japanner kan overkomen is beledigd te worden, of zich voor schut gezet te voelen. Dat zal hij een ander en zeker geen gast ook niet willen laten voelen. Het is trouwens best moeilijk om een Japanner niet te beledigen. De tradities en omgangsvormen zijn zo totaal anders als bij ons. Het hoe elkaar begroeten hangt bijvoorbeeld heel sterk af van je maatschappelijke status en van diegene die je tegemoet treedt. Zoek het maar uit!

 

 

 

Harborland – Kobe

 

 

Het prettigste van Japan zijn de snelle vervoersmiddelen en dan met name de snelle tot zeer snelle treinen. Ook 30 jaar geleden al! Ze behoren nu tot de snelste treinen ter wereld en heten de kogeltreinen of ook De Shinkansen. Helaas let wel op als u een ticketje koopt. Probeer een plaatsje te krijgen of te reserveren in het bovenste gedeelte van de dubbeldekstreinen. Waarom zult u wellicht vragen? Simpel, anders ziet u echt niets dan alleen muren of een soort van wal waarin of waartussen de trein rijdt. Niet dat u met 300 km per uur of meer echt veel ziet, maar vergelijk het maar met het immer interessante beeld van een vliegtuig op de startbaan. Dat is nog steeds voor mij een belevenis, zeker als de aanloop redelijk lang is.

 

 

 

Osaka Castle

 

 

Ook op godsdienstig gebied is Japan een ‘buitenbeentje.’ Naast de ‘eigen’ min of meer staatsgodsdienst of filosofie, genaamd het Shintoïsme is er het Boeddhisme en op de een of andere manier is dat goed met elkaar te verenigen. Vele Japanners zijn zowel Shintoïst als wel Boeddhist. De Christelijke kerken krijgen echter de laatste jaren vrij veel meer aanhang dan vroeger het geval is geweest. Katholieken en Protestanten samen halen al bijna een 8% aanhang van de bevolking, wat toch al gauw neer komt op een ruime 10 miljoen gelovigen. Dat was een generatie terug onvoorspelbaar geweest. Datzelfde zie je trouwens ook gebeuren in Zuid-Korea, alleen daar gaat het nog sneller. Daar is al meer dan vijftig procent van de bevolking, dikwijls praktiserend, Christen. Als deze tendens zich doorzet in Japan zal ook de typische Japanse levenshouding tegenover werk en werkgever wel een beetje veranderen. De gemiddelde Japanner verbindt zich al vroeg aan één werkgever tot zijn pensioen aan toe. Onvoorwaardelijke trouw en plichtsbetrachting zullen het bedrijf ten deel vallen daar waar de Japanner bij werkzaam is. De werkgever regelt zowat alles voor de werknemer en beheerst bijna het hele leven van hun employees tot en met hun vrije tijd aan toe. Het gaat echter dikwijls zover dat ze invloed hebben op wie met wie trouwt en het al of geen toestemming krijgen voor een huwelijk van de werkgever is erg belangrijk.

 

 

 

 

Osaka City

 

 

Niets is in Japan zo belangrijk als de etiquette en de manier hoe men met elkaar omgaat. Het respect voor ouderen en hoger geplaatsten gaat wel heel erg ver. Het begrip ‘generatieconflict,’ daar bestaat wellicht geen Japans equivalent voor want het is schijnbaar niet aanwezig. Toch zie je de laatste jaren dat er langzaam een kentering optreedt. Japanners zijn gek op gewelddadige films. Zelf heb ik ook in de metro van Tokio ontelbare mannen ‘ongegeneerd’ boekjes zien lezen, die hier ronduit als pornografisch-sadistisch zouden worden aangemerkt. Dat sadisme of die fascinatie voor pijn zie je ook bij de vele geliefde gevechtssporten, al dan niet gebaseerd op de filosofieën van oosterse religies. Dat alles maakt Japan toch niet echt gewelddadig. Het misdaadcijfer is een van de laagste van de wereld en ook het aantal gedetineerden, is naar verhouding, vele malen lager dan bij ons. Toch is het vreemde verleden en de geschiedenis van Japan met ‘hun samoerai ’ niet bepaald verschoond geweest van geweld en fysiek sadisme. Neem de gruwelen van de Japanse bezetting, zelfs de nazi’s verbleekten soms bij hun ‘verfijnde’ methodes. Toch als je het museum van Hirosjima bezoekt, daar waar in 1945 de atoombom is gevallen (samen met Nagasaki) en je ziet de gruwelen die deze hebben aangericht en je leest (in het Engels) hoe de Japanners er nu op reageren, dan zou je voorzichtig mogen concluderen dat er een omslag in hun denken heeft plaatsgevonden.

 

 

 

Shinkansen-500-Kyoto

 

 

De stress die het normale Japanse leven van alle dag met zich meebrengt, mede door de prestatiemaatschappij, is nog erger dan in de VS. Met velen, zeer velen allemaal samen op een plaats moeten leven, wonen, werken en slapen dat brengt natuurlijk stress met zich mee, óók bij Japanners en dat wordt dan weer gecompenseerd door de rustgevende, traditioneel aangelegde tuinen en parken. Dit zijn echte oases en als je daar doorheen wandelt dan heeft dat inderdaad een zeer rustgevende uitwerking op je persoonlijkheid. Ook de kunstzinnige vormen waarin men de planten en bomen laat weten te groeien, bonsai is er een voorbeeld van, geven je ongewild dat rustige gevoel. Ook de waterpartijen, de watervalletjes, de eilandjes, de zogenaamde spirituele gebouwen en stenen die zo geplaatst zijn dat ze allemaal wat uitbeelden. Die hele opzet is zó goed doordacht en kunstzinnig, dat doet dan ook dáádwerkelijk wat met de vele, zeer velen dagelijkse bezoekers.

 

 

 

Gembaku Dome – Hiroshima (overblijfsel atoomaanval)

 

 

Wat ik persoonlijk jammer vind en vond bij en met Japanners. Dat is het feit dat zij, zoals de meeste oosterlingen, hun emoties zo goed onder controle willen houden. Zo ver gaat het, dat je jezelf soms toeschouwer waant in een niet reëel toneelstuk. Waarin je zelf overigens geen deel van uitmaakt maar wel degelijk tussen de spelers en figuranten doorloopt. Een Duitser die ik ontmoette, die toen in Japan was, had er even genoeg van en riep vanuit de grond van zijn hart het volgende uit: “Die sind ja volkommen Irre!” Krachtiger had hij het niet weten te verwoorden en de Japanner op zijn beurt begrijpt hier echt niets van, maar dan ook helemaal niets. Die houdt zich te allen tijde in!

 

 

 

Atoombom op Nagasaki

 

 

Een Japanner is van en voor het collectief en wij zijn veel en veel individueler en dat botst! Het toerisme naar Japan neemt nog steeds toe en is een niet te verwaarlozen bron van inkomsten. De laatste jaren komen ook steeds meer mensen uit omliggende landen met China en Korea aan top, maar ook uit de VS en Australië neemt het toeristenverkeer erg toe. De paleizen en tempels en natuurlijke dé Japanse heilige berg, de Fujijama zijn de grootste attracties.

 

 

 

Fujijama (Heilige Berg)

 

 

Ik kan alleen maar van lang geleden spreken en ondertussen van anderen gehoord hebbende is er qua prijspeil nog niet veel veranderd. Japan is duur, ‘schreeuwend’ duur. Directe voorbeelden van nu heb ik uiteraard niet, maar alleen met goedgevulde portemonnees of creditcards met zeer ruime bestedingsmogelijkheden maken daar een vakantie mogelijk.

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home