Canada

 

 

 

Hoe men ook denkt over Canada. Bovenstaande uitspraak zal door vriend noch vijand bestreden kunnen worden. In vergelijk met bijvoorbeeld Nederland, is Canada ruim 260 keer, ja u leest het goed: twee honderd en zestig keer zo groot! Na Rusland het tweede land ter wereld in grootte, in oppervlakte dus. Die grote oppervlakte kunnen ze delen met slechts 32 miljoen inwoners. Trek daar de 3 grote miljoenen-plus-steden af zoals Montreal, Toronto en Vancouver en nagenoeg het hele grondgebied is dan voor slechts 22 miljoen mensen. Je zou er haast verbaasd van moeten staan als je er iemand tegenkomt.

 

 

 

Parlement van Canada – Ottawa

 

 

Ook voor Canada geldt en evenzo in de VS, dat alles via de weg gaat en die Noord-Amerikanen zijn een reislustig volkje, dus het lijkt best een druk land, zij het in het zuiden. Op sommige plaatsen zijn er ook maar een of twee doorgaande wegen om in een ander deel van het land te komen. Want eigenlijk is het zuiden van Canada alleen maar bewoond. Alles wat ten noorden van een paar honderd kilometer brede strook ligt kun je verwaarlozen met betrekking tot het aantal mensen. Het overgrote deel van Canada is gewoonweg leeg. Met af en toe een nederzetting en in het noorden vind je nog wel aardig wat Indianenstammen. Gaat u nog noordelijker, naar het nu inmiddels semi-onafhankelijke Nunavut en u vindt de Eskimo’s. Getalsmatig maken de Indianen slechts een te verwaarlozen onderdeel uit van het totaal aantal inwoners. Ruim 1.300.000 indianen, waarvan een miljoen echte en 300.000 gemengde indianen, doorgaans met blanken gemixt. Zij worden de Métis genoemd. De Eskimo’s echter tellen nog veel minder mensen en rekent men alle stammen tesamen: dan komt men amper op 57.000 mensen uit! Echter getalsmatig mogen zij dan met weinigen zijn, economisch gezien kosten zij het huidige Canada alleen maar handen vol geld. Werken is niet hun sterkste kant noch roeping. Het Departement Indian Affairs vertroetelt de indianen en probeert op deze manier de grote schuld die Canada wel degelijk heeft opgebouwd in de loop der eeuwen zo weer goed te maken. Met uitzinnige uitkeringen en alle mogelijke scholingsprojecten, waar overigens door de Indianen amper gebruik van wordt gemaakt. Dan bedoel ik de scholing en niet de uitkeringen die met graagte worden opgestreken en helaas dikwijls doorgaans aan drank opgaan. Want alcoholisme is vooral onder de Indianen een enorm probleem en dit met alle gevolgen voor hun toekomst.

 

 

 

Niagara Falls

 

 

De gemiddelde toerist zal echter bijna nooit zo hoog komen dat hij op grote groepen Indianen, laat staan op Eskimo’s stuit. Alleen rond de ongeveer een miljoen inwoners tellende en meest noordelijk gelegen grote stad Edmonton, dáár kan men redelijke grote groepen aantreffen. Canada vind ik zelf het meest ‘Europese’ land van het werelddeel Amerika. Zowel wat betreft taal, qua mentaliteit en in nog veel meer zaken onderscheidt Canada zich zeker wel van de Verenigde Staten en met name in de wetgeving. De sociale wetgeving, bijvoorbeeld op het gebied van voorzieningen, daarin is Canada veel en veel verder ontwikkeld dan dat men in de VS is. Een van de meest opmerkelijke zaken in Canada is dat het een compleet tweetalig land betreft. Engels en Frans zijn de twee officiële talen. Elke staatsambtenaar dient kennis van beide talen te hebben! Frans wordt eigenlijk alleen maar gesproken in de provincie Québec. Wel Canada’s grootste provincie (Québec alleen al is 47 maal zo groot als Nederland!), maar met slechts een dikke 7 miljoen inwoners. Hiervan zijn er ruim 6,8 miljoen Franstalig. Deze hang naar separatisme en erkenning is soms grotesk.

 

 

 

ChinatownVancouver

 

 

Een klein voorbeeldje wat ik een keer zelf heb meegemaakt. Ik verbleef al een tijdje in New York, zo’n ruime 800 kilometer zuidelijk gelegen van de Franstalige hoofdstad van Québec: Montreal. In een voorstad van Montreal woonden toen Nederlandse kennissen en die wilden we gaan bezoeken voor enkele dagen. Nou is de autoweg van New York naar Montreal voor 95% gelegen op Amerikaans grondgebied, dus met Engelstalige opschriften, uiteraard! Zoals ik al aangaf, ik verbleef al langer in de VS. Ik heb er zelfs een poos gewoond en mijn hele belevingswereld was gericht op het spreken en lezen van de Engelse taal. De grenscontrole bij Canada, grondig, maar toch effectief, was gauw achter de rug en vrijwel meteen zit je dan na enkele kilometers in de voorsteden van het grote Montreal. Ik wist dat er ergens een tussendoorverbinding was met de wijk La Chine, waar ik moest wezen, maar die kende ik niet. Dat zou me de lange route via het centrum besparen. Alleen wist ik niet meer precies hoe ik dan moest rijden. Gelukkig zag ik een Canadese agent van politie, stopte en vroeg hem de meest directe weg naar de door mij gewenste wijk. De politieagent negeerde me compleet en keek als een ‘standbeeld’ het oneindige heelal in. Op dát moment realiseerde ik me dat ik de grote fout had gemaakt de man in het Engels aan te spreken in plaats van in het Frans. Onmiddellijk excuseerde ik mij, in het Frans natuurlijk en stelde hem opnieuw dezelfde vraag, maar nu in het Frans. Wetende dat hij de eerste vraag in het Engels zeker wel verstaan had. Ik werd opnieuw genegeerd en de man was duidelijk op zijn … eeeh ‘pik getrapt.’ Zoiets maak je alleen mee in Québec, waar de talenstrijd vele en vele malen erger is dan het ooit in België is geweest tussen Vlamingen en Walen.

 

 

 

Children Of A Common Mother

(Foto: Manfred Wittenbols)

 

 

Montreal is een der grootste Franstalige steden ter wereld en ademt ook echt een Franse sfeer uit. Lekker rommelig en een beetje ‘comme si, comme ca.’ De Franstaligen hebben diverse wetten weten te forceren of erdoor weten te krijgen, waarmee zij nu zelfs bevoordeeld zijn ten aanzien van de rest van Canada. Lagen ze vroeger gemiddeld achter op de Engelstaligen, tegenwoordig is dat ten gunste van hen gekeerd. Echter wat betreft productiviteit, vlijt en arbeidsinstelling zal menige ondernemer het toch prettiger vinden in het Engelstalige gedeelte te opereren dan bij de veeleisende Québécois. Een vergelijk met het immer stakende en ontevreden Wallonië met Vlaanderen gaat hier wel tot op zekere hoogte op. Het grote geld wordt dan ook in de rest van Canada gemaakt, alleen een onevenredig groot deel vloeit terug in de zaken van de ‘wat minder actieve Franstaligen.’ “Zo, dat is mooi diplomatiek uitgedrukt!” Toch zijn Montreal en de nabij gelegen stad Québec de twee voornaamste toeristische attracties van dit deel van de provincie Québec. Beiden gelegen aan de zeer brede rivier de Sint-Laurens. Andere plaatsen in deze immense grote provincie zijn wat betreft grootte te verwaarlozen en zeker het grote noordelijke gebied bestaat hoofdzakelijk uit bos, bos en nog eens bos.

 

 

 

Icefields Parkway

 

 

Ten oosten van Québec liggen de zogenaamde ‘armere’ kleine provincies van Canada: Newfoundland, New Brunswick, Nova Scotia en het ‘piepkleine’ Prince Edward Island. Deze gebieden zijn weer Engelstalig en de enige stad van betekenis is de zeehaven Halifax. Voor toeristen zijn deze gebieden heerlijk als men van vissen, varen en vis eten houdt. Maar echt spectaculair … nou nee. Geen hoge bergen, geen adembenemende landschappen. Geen grote steden, maar wel rust en natuur. De andere provincie die voor ons Nederlanders erg bekend is, omdat er zovelen naar toe vertrokken zijn, is Ontario. Deze ‘grillig’ gevormde provincie kent een aantal absolute ‘highlights,’ toeristische toppers, liever gezegd. Helemaal in het zuiden liggen de Niagara Falls, de dubbele waterval, welke aan Canadese kant veel en veel indrukwekkender is dan vanaf de Amerikaanse zijde. Het gelijknamige stadje bij deze grote watervallen is eigenlijk amper een bezoek waard. Eerlijk gezegd geldt dat dan voor zowel de Amerikaanse kant van de watervallen als van de Canadese. Echt knus, of ‘cosey’ zoals ze daar zeggen is de omgeving echter niet, ondanks de vele ‘honeymoon-motelletjes.’ Nou moet mij van het hart dat het woord ‘gezellig’ eigenlijk maar op weinig plaatsen betrekking heeft wat Canada betreft.

 

 

 

Windmolens in Canada – Ontario

(Foto: Rinie Wittenbols)

 

 

Indrukwekkend, groots, enorm, prachtig, majestueus, wijds en zelfs druk. Allemaal woorden die wel ergens thuis horen in of bij de een of andere beschrijving van plaatsen en streken in Canada. Maar gezellig? Sfeertjes zoals langs de Rijn of gelijk op een Parijs’ terrasje of het pittoreske van de Engelse countrysite? Neen, die zijn hier echt niet te vinden! Natuurlijk zijn er hotelletjes, restaurants en ook bij mensen thuis waar het zo is wat wij zouden noemen: gezellig en knus. Ook het zogenaamde ‘stedenschoon’ en de oude centra van steden zijn, wellicht op Vancouver in het westen na en de oude binnenstad van Québec, haast niet te vinden. Toronto, de grootste Canadese stad is vooral efficiënt en zeker voor Noord-Amerikaanse begrippen een echte groene stad. Met ontelbare parken waar je jezelf heerlijk kunt vermaken. Vele winkels, vele mogelijkheden op allerhande gebied en dat bedoel ik dus precies zo als ik het schrijf. Maar echt knus? Nee dus! Gaat eens niet een dure rondrit door de stad maken maar koop twee tramkaartjes voor een ‘prikkie.’ Rijdt tot het eindpunt en terug en u heeft een fantastisch beeld van de stad. Uitleg vindt u in elk boekje over Toronto, wat overal voor eveneens een ‘prikkie’ te koop is. De enige steden met een beetje historie en dan moet u denken aan hooguit enkele eeuwen geleden en niet veel meer, dat zijn dan: Kingston en ook Ottawa, de hoofdstad en administratief centrum van Canada. Niet al te groot maar de regeringsgebouwen zijn op z’n minst indrukwekkend te noemen. Als laatste zou ik Hamilton een aanrader durven noemen.

 

 

 

Toronto

 

 

Dan heeft u ook het hele relatief drukbevolkte zuidoosten van de hele grote provincie Ontario gehad. De Amerikaans-Canadese grote meren (binnenzeeën) zijn ook een bezoekje waard. De rest van de provincie Ontario is of landbouwgebied of meer naar het noorden toe: laaggelegen onontgonnen gebied met heel veel bos en dat grenzend tot de Hudsonbaai aan toe. Ook de Hudsonbaai waar u tijdens een bezoek in Canada veel over zult horen en zeker over de gelijknamige Hudson’s Bay Company is echt niet zo’n grote reis waard. In de winter al zeker niet vanwege de extreme koude tot minus 40 graden en in de zomer word je er ‘opgevreten’ door de muggen en ander ongedierte. Ga je zelf met de auto, wat mogelijk is, wacht u dan voor de eventuele beren. Deze beesten zijn volstrekt onbetrouwbaar, immer op zoek naar voedsel en volslagen ‘gespeend’ van humor. Het lijken wel Amerikaanse douanebeambten. Zo chagrijnig, maar vooral gevaarlijk. Het zijn geenszins de lieve beren uit de Donald Duck, die kom je hooguit in de veel zuidelijker gelegen Amerikaanse nationale parken tegen. Daar zijn ze echt volgevreten vanwege de vele gulle toeristen. In de Canadese afgelegen gebieden hebben ze deze vriendelijke bevoorrading en bekijks niet zoveel en zijn op die grond wat minder kieskeurig in hun dagelijkse voedselvoorziening. U zou een welkome afwisseling kunnen worden van hun menu!

 

 

 

Rocky Mountains nabij Calgary

 

 

Als men dan richting westen rijdt over de befaamde Trans-Canadian Highway, die bijna overal vierbaans is dan komt u vanzelf in de drie grote landbouwstaten terecht. Van oost naar west zijn dat: Manitoba met Winnipeg als hoofdstad en waar de grootste graanschuren van Canada te bewonderen zijn. Dan het even verderop gelegen Saskatchewan met maar twee enigszins grote en belangrijke steden, te weten Regina en Saskatoon. Al deze steden lijken in zekere mate op elkaar. Een druk vrij groot centrum met wolkenkrabbers en grote warenhuizen en de zogenaamde administratieve buildings en onafzienlijke rijen laagbouw. Woningen in allerlei prijsklassen. Maar voornamelijk bungalowbouw met grote tuinen. Ruimte zat en de grond is relatief goedkoop. De lanen (avenues) zijn kilometers lang en de huisnummering loopt tot in de duizenden. Dat geldt ook voor de volgende provincie Alberta. Met eveneens twee grote steden, Calgary de hoofdstad en Edmonton zo’n kleine zeshonderd kilometer noordelijker gelegen.

 

 

 

Lake HuronOntario

(Foto: Rinie Wittenbols)

 

 

Eenmaal in Alberta en u heeft de voet bereikt van de befaamde Rocky Mountains. Een berggebied wat zich vanuit Alaska in het hoge noorden over heel west Canada uitstrekt tot diep in de VS. Een schitterend gebied voor elke natuurliefhebber. Prachtig aangelegde campings voorzien van alle maar dan ook letterlijk alle gemakken. Denk aan de vele campers die hier rondrijden en op de diverse campings graag geziene gasten zijn, maar daar ook hun nodige voorraden in moeten slaan. Echt veel keus aan wegen heeft u overigens niet als u eenmaal in de allermooiste provincie van Canada bent aangekomen: British Columbia. Er zijn slechts enkele routes die u naar de westkust brengen. Welke de mooiste is zou ik niet durven zeggen, smaken verschillen. Maar dé omweg via het stadje Prince Rupert en dan afzakken naar het zuiden tot Vancouver en u vergeet het nooit meer. Daarmee zijn de Alpen vergeleken maar erg klein. Dan bedoel ik niet zozeer de hoogte van sommige bergen, dat valt wel mee, maar de grootte van het gebied.

 

 

 

 

Edmonton

 

 

Vergewist u wel even van de te rijden afstanden. Houdt er ook rekening mee dat zowel de Canadezen als de Amerikanen veel fanatieker controleren op snelheid dan onze ‘Hermandad.’ Die ‘blauwe jongens’ hier schijnen er al een soort van hobby van te maken. Nou, daar is het nog erger! Bovendien kunt u 100 kilometer per uur in de bergen bijna nergens halen en dat is naar Canadese begrippen al een ‘bloedgang.’ Eenmaal aangekomen in Vancouver en u staat echt verbaasd. Want als er een stad in meerdere opzichten echt mooi is, dan is dat Vancouver (vernoemd overigens naar Coevorden in Nederland). Deze stad heeft een hele andere sfeer dan alle andere Canadese steden die toch wel vrij onpersoonlijk zijn. Misschien ook door de zeer grote variatie aan bevolkingsgroepen. Waren de Oost-Amerikaanse steden vroeger te typeren door de speciale wijken vol met immigranten uit bepaalde landen, die elk hun eigen wijk hadden, zoals een Duitse wijk, een Little Italy, een Spaanstalige wijk enz., zo kent Vancouver een grote Chinese wijk, maar ook erg veel Vietnamezen en Koreanen met uiteraard hun eigen wijken. Heel interessant en leerzaam en geenszins gevaarlijk. De misdaad in Canada ligt trouwens op een zeer aanvaardbaar niveau en op het platteland is de misdaad zelfs hoegenaamd afwezig. Wat ik wel ‘misdadig’ zou vinden is: als u in Vancouver bent en u neemt niet de pont naar Vancouver Island met de grote plaats Victoria als hoofdstad. Dan zou u zich zelf echt tekort doen. Vanuit Vancouver vertrekken regelmatig cruiseschepen richting noorden en Alaska. Als u voor relatief weinig geld een van de meest schitterende zeetochten ooit wilt meemaken, neem een week extra en vaar naar het hoge noorden. De fjorden, de ijsbergen, de flora en de fauna, de nederzettingen kortom de hele ervaring is werkelijk uniek.

 

 

 

Landschap Canada – Ontario

(Foto: Rinie Wittenbols)

 

 

Toch is Canada verre van volledig besproken. Er zijn nog drie gebieden: Het Yukon Territory. Helaas ken ik u niet uit eigen ervaring hier iets over vertellen. Het is minstens net zo bergachtig als British Columbia en ligt tegen Alaska aan. Slechts een kleine stad Whitehorse is van enige betekenis. Dan zijn er nog de zogenaamde North-West Territories. Voornamelijk woest en leeg laagland met slechts enkele nederzettingen van houthakkers en sinds kort is men er ook driftig op zoek naar olie en dan de nieuwe autonome staat Nunavut, de Eskimostaat met slechts enkele tienduizenden inwoners verdeeld over een gebied zo groot als Europa met een enorm aantal grote eilanden in het noorden. Ook hier vindt men nog enkele settlements. Dorpen kun je dat eigenlijk niet meer noemen, getuige de foto’s die ik er van gezien heb. Met de auto of 4WD kun je zelfs daar niet komen. Toeristen die dit gebied willen bezoeken zijn afhankelijk van een vliegtuig(je) en de prijzen die een dergelijke onderneming kost zijn ronduit extravagant te noemen.

 

 

 

Montreal

 

 

Als u naar Canada reist neem a.u.b. een creditcard mee. Zonder een dergelijk ding beschouwt men u als een ‘verdacht’ persoon en zeker niet kredietwaardig. Bij het huren van een auto heeft u het sowieso nodig. Ook in vele hotels kijkt men wel erg vreemd op als u de rekening contant wilt voldoen. In restaurants is het geven van fooien net als in de VS min of meer een plicht. De lage lonen voor bedienend personeel zijn er dan ook op afgestemd. De Canadese Dollar is een stuk minder waard dan de US-Dollar en geld wisselen kan zeker in kleinere plaatsen op grote problemen stuiten (Euro’s naar Dollars). Wat naast de onvermijdelijke huurauto, je kunt echt niet zonder, ook een optie is, dat is bijvoorbeeld in Halifax of Montreal of Toronto de trein nemen naar de west, eindstation Vancouver. In vier tot zes dagen afhankelijk waar u begint met de reis, rijdt de trein dwars door Zuid-Canada. Ook hier liggen de gemiddelde snelheden vrij laag en zeker niet op Europees niveau. Staat tegenover dat u wel gedurende de nachten doorrijdt en dat scheelt een hoop tijd! en kostenbesparing voor de toch wel dure Canadese overnachtingen.

 

Afgezien van de vele immigranten uit Oost-Azië is Canada voornamelijk een Christelijk land. Zowel de Rooms-katholieke kerk (44%) als de vele Protestantse denominaties (47%) zijn veel en veel meer bij hun kerk (gemeenschap) betrokken dan wij hier zijn. De kerk is niet alleen een geestelijk centrum maar zeker in de kleinere plaatsen ook het sociale en maatschappelijke middelpunt van een gemeenschap. Praktische ontkerkelijking vind je dan ook bijna alleen maar in de hele grote steden. Over de onmisbare auto had ik het al gehad. Bijna 1 op 2 Canadezen, inclusief ouderen en baby’s, heeft een auto. Het openbaar vervoer, zeker buiten de steden is wellicht goed te noemen van plaats tot plaats, maar in de plaatsen zelf laat het doorgaans te wensen over. Haast iedereen die de leeftijd heeft vanaf 16 jaar! rijdt tenslotte zelf een auto. Zodoende is openbaar vervoer toch een ander onderwerp dan in Nederland waarin elke uithoek minstens om het uur een bus komt al of niet op afroep.

 

 

 

The Hockey Hall of Fame – Toronto

 

 

De vele tienduizenden Nederlanders die er sinds de jaren na de tweede wereldoorlog naar zijn geëmigreerd zijn zowat allen geslaagd in hun opzet. Het is een land met grote mogelijkheden voor iedereen die de handen uit de mouwen willen steken. Wat mij in het bijzonder opviel is het gevoel voor service. Zowel in de winkels als in de horeca. De bereidwilligheid om anderen te helpen en het openstaan voor vreemdelingen. Spontaniteit en gastvrijheid heb ik alom ontmoet en de enige restrictie die ik maak is het Franssprekende gedeelte. Daar is men erg ‘op zich zelf ‘ en stukken minder vriendelijk en opener voor toeristen. Het zou me overigens niets verbazen dat dit aan de taal ligt! Want als je denkt redelijk Frans te spreken en je laat dat los op de Frans-Canadezen dan heb je toch weer een nieuw probleem. Na drie borrels, van hen uit gesproken dan, kan ik ze dus echt niet meer verstaan. Laat staan als ik er dan ook nog eens drie op heb, dan is de spraakverwarring compleet. Reizen naar Canada is geenszins duur meer. Ging men vroeger ‘voor het leven’ weg, toen nog met de (stoom) boot, nu is men soms voor een ‘prikkie’ aan de andere kant. Diverse Canadese luchtvaartmaatschappijen en ook Martinair hebben geregelde en goedkope lijndiensten én chartervluchten op vele Canadese luchthavens. Ik heb weleens uitgerekend dat als je met tweeën vliegt via een goedkope chartermaatschappij, je goedkoper uitbent dan met de eigen auto naar een of andere Costa in Spanje met al die tolwegen en dure benzine. Canada is een aanrader van de eerste orde!

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home