Duitsland

 

 

Als men naar Duitsland wijst dan moet men zichzelf eigenlijk afvragen naar welk Duitsland wijst men? Het Duitsland van amper twee eeuwen terug, verdeeld in tientallen en tientallen staatjes, vorstendommen, groothertogdommen en koninkrijken? Het Duitsland van ongeveer een eeuw geleden. Nadat Bismarck al deze staatjes en koninkrijken en rijkjes aaneengesmeed had en er eindelijk na eeuwen sprake was van één echte staat, met toentertijd een keizer aan het hoofd. Hetgeen zijn einde vond in de Eerste Wereldoorlog? Het Duitsland van ná die periode, beter bekend als de Weimarrepubliek. Nadat Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloren had en bij de Vrede van Versailles al de ‘kiem!’ gelegd werd voor de Tweede Wereldoorlog?

 

 

 

 

Dom van Keulen

 

 

Door onmogelijke verplichtingen wilde men Duitsland laten boeten en betalen en dit resulteerde in een bankroet en een ongekende inflatie. Dus de eerste de beste ‘halve zool’ die kon manipuleren en het volk een betere toekomst beloofde werd uiteraard met vreugde binnengehaald. Ook al was het een buitenlandse, Oostenrijkse, mislukte huisschilder. Dat werd het Duitsland van het Nazi-regime en de Tweede Wereldoorlog. Ofwel: Nazi-Duitsland, het zogenaamde Derde Rijk. Of hebben we het over het gedeelde Duitsland van na de oorlog, toen overigens de grote historische fout van Versailles vermeden werd. Echter het land was gekortwiekt, letterlijk en figuurlijk. Hele stukken voormalig Duitsland werden ingelijfd bij Rusland (Sovjet-Unie), bij Polen en bij Tsjechoslowakije. Zelfs Nederland kreeg een paar ‘kruimeltjes.’ Te weten: Elten en ’n stukje Duits grondgebied in de buurt van het Limburgse Sittard werden direct na de oorlog Nederlands territorium. Doch het restant werd gevierendeeld. In vier bezettingszones, te weten: een Amerikaanse, een Engelse, een Franse en een Russische zone. De drie eerste stukken werden al gauw in 1949 herenigd als zijnde West-Duitsland en de Russische bezettingszone werd de DDR genoemd en werd derhalve een onafhankelijke communistische staat.

 

 

 

Raadhuis – Weimar

 

 

Dankzij ongekend grote Marshallhulp én het doorzettingsvermogen van de Duitsers zelf werd West-Duitsland in korte tijd weer een welvarende en belangrijke staat. De DDR aan de andere kant van het toenmalige IJzeren Gordijn wist zich eveneens op te werken tot de meest vooraanstaande economische macht van het toenmalige Oostblok. Echter het communisme ging in wezen failliet in 1989 en kort daarna in 1990 werd de voormalige DDR (de oude bezettingszone van de Sovjets) weer herenigd met het grotere en westelijke deel van Duitsland. Wat bekend stond onder de naam: de Bondsrepubliek. Na de Tweede Wereldoorlog werden gebieden, in het oosten van Duitsland, zoals Oost-Pruisen: Russisch en Pools gebied. De grote gebieden die Duitsland na de Tweede Wereldoorlog af had moeten staan aan Polen waaronder het industriegebied van Silezië waren weliswaar vroeger Duits gebied, maar zogoed als alle Duitsers waren hieruit verdreven door de oorlog en de Polen hadden hun plaats ingenomen. Evenzo met de voormalige gebieden in Tsjechië. Hier vind je amper een Duitser meer woonachtig. Echter de minuscule stukjes Duitsland dat Nederland toebedeeld had gekregen zijn nu al weer jaren en jaren onder Duits bestuur. Na de val van de verschrikkelijke muur kon Duitsland pas echt beginnen aan een genezingsproces van tientallen jaren ellende, oorlog, verdeeldheid en onbegrip.

 

Ondertussen is het grootste leed geleden. Zij het dat zelfs menige Duitser, laat staan andere Europeanen, amper begrepen hebben welk een puur satanisch en in en in slecht en verdorven denken achter het nazisme stond, waar ook veel Duitsers met ‘open ogen’ in zijn gelopen. Zelfs nog tot op heden worden Duitsers dikwijls verweten welke misdaden de Nazi’s hebben begaan voor en gedurende de Tweede Wereldoorlog. Onbegrijpelijk is het dat mensen die geboren zijn, lang en lang na die Tweede Wereldoorlog nog steeds Duitsers haten en hen verafschuwen. Gelukkig dat alleen nog bij enkele kleine, zeer rechtse radicale groepen en bij enkele hele oude ‘diehards’ het verfoeilijke gedachtegoed nog leeft, die eens Hitler en de zijnen tot ongekende hoogte heeft weten te brengen. De voedingsbodem was al gelegd direct na de Eerste Wereldoorlog. Het volk was tot bittere armoede gebracht én er waren genoeg vreemdelingen, lees Joden, die de rol van ‘zondebok’ kregen toebedeeld. Zelfs de kerken waren er niet vies van hierin mee te gaan. Maar ja, die hadden dan ook al een eeuwenlange ervaring en traditie van praktisch of verhullend antisemitisme!

 

 

 

Eifelgebergte

 

 

Veel, heel veel, valt de Duitsers van dié tijd te verwijten. Maar slechts een handvol begreep de diepte van het kwaad en de achterliggende gedachte of filosofie. Het hedendaagse Duitsland mag en kan je niet meer vergelijken met al die ‘Duitslanden’ die ik in het begin van deze verhandeling van Duitsland heb vernoemd. Het tegenwoordige Duitsland is een moderne Europese staat die weliswaar nog niet echt helemaal genezen is van de wonden van de geschiedenis, maar die eindelijk zichzelf gevonden heeft. Bovendien een Duitsland dat alle last van het verleden van zich af probeert te schudden en terecht! Want welke hedendaagse Duitser kan men nog aanklagen voor zaken die ruim 60 tot 70 jaar geleden gebeurd zijn? Met bewondering heb ik de ‘Wiedervereinigung’ gevolgd en sta ik nog verbaasd dat er geen bijltjesdag is geweest. Wat de toenmalige DDR haar burgers door middel van de Stasi heeft aangedaan was eigenlijk niet meer dan een verfijning van de methodes die onder het Nazidom waren geïntroduceerd en verder door de DDR praktisch zijn uitgevoerd. Maar ook in het oosten van Duitsland is het verzet gekomen van onderuit, vanuit het volk zelf. Het is het volk, de massa, die de tijd wel meehebbende, zichzelf heeft ontdaan van dat vuige, dictatoriale en corrupte regiem. Daarnaast ben ik er persoonlijk van overtuigd dat als Hitler en consorten gewonnen hadden dat zij het ook geen ‘eeuwigheid’ hadden weten vol te houden. Al is een staat of een regiem nog zó sterk. Als het in en in slecht is zal het nimmer een echt lang leven beschoren zijn. De voorbeelden zijn er te over in de geschiedenis. Gelukkig maar! Dat elke regering én regeringsleider zich dát eens zou mogen realiseren! Er zijn overigens weinig dictators die in bed sterven. Eigenlijk best een prettige en geruststellende gedachte!

 

 

 

Burg Rheinfels

 

 

Het hedendaagse, bijna 83 miljoen inwoners tellende Duitsland, wat ongeveer 10 maal zo groot is als Nederland, neemt onder de Europese landen nu weer een 1e plaats in. Zowel getalsmatig naar inwonertal, Rusland even buiten beschouwing gelaten, als economisch en dat is te merken ook! Er is geen land met een zó’n goede infrastructuur. Een wegennet waar je nog mag rijden zo hard als je wilt, althans op veel wegen! Het heeft ook prima internationale verbindingen met ondertussen elk buurland. Zowel over de weg als per spoor. Het mooie van Duitsland is dat naast hun industriegebieden, waarvan het aloude Ruhrgebied wel een der grootste van Europa is met miljoenen inwoners, toch ook nog schitterende plekjes te zien geeft. In wezen is Duitsland één groot toeristisch gebied. Behalve het uiterste noorden, wat niet zo gezegend is met uitbundige natuur. Maar hier staat dan de Oost- en Noordzee weer tegenover die menige badgast alles te bieden heeft wat er maar te vinden is op dit gebied. Alleen laat het weer het wel eens afweten in Duitsland en in het bijzonder aan de kust. Door de wat meer landinwaartse ligging krijg je te maken met een extremer klimaat dan bij ons. Dit zogenaamde landklimaat kenmerkt zich door strengere winters en warmere zomers. Maar dát heeft weer als voordeel dat zelfs, dicht bij onze grenzen, in de Duitse middelgebergten men gedurende de wintermaanden kan gaan skiën. Men behoeft dus niet helemaal naar de Alpen te rijden! Voor de toerist is Duitsland een gebied waar je niet op uitgekeken raakt. Elk gebied heeft weer zo zijn eigen charmes. Denk aan het Harzgebergte, het vlakbij liggende oudvulkanische Eifelgebergte, het romantische Rijndal, het Zwarte Woud en in het oosten de deelstaat Thüringen. De rij is erg groot en het voordeel van een vakantie in Duitsland is dat je je er goed verstaanbaar kunt maken. Onze beider talen zijn van een en dezelfde oorsprong, alleen hoe zuidelijker dat je komt hoe moeilijker het wordt. Temeer daar veel Zuid-Duitsers volharden in hun vorm van dialect of toch zeker met hun eigen tongval spreken.

 

 

 

Zwarte Woud

 

 

Hoe ze het voor elkaar krijgen weet ik niet, maar in Duitsland kun je nog overal goed, lekker en vooral veel eten voor ‘pakweg’ een euro of tien. Natuurlijk niet in een driesterrenrestaurant. Neen, ik bedoel in een gemiddeld café-restaurant en zeker in de dorpen waar men dan ook nog veelal een hotelaccommodatie erbij aantreft. De gemiddelde Duitse horecaprijzen liggen zeker enkele tientallen procenten lager dan die bij ons. Ook is de gemiddelde Duitser eerder geneigd om zijn middageten in een restaurantje te gebruiken dan wij als Nederlanders gewend zijn. Maar dát geldt ten opzichte van vrij veel landen. De Nederlander eet en drinkt vooral thuis! Een leuk en gezellig verschijnsel in Duitsland is dat haast elke Kneibe (kroeg) een Stammtisch (stamtafel) heeft. Een grote, veelal ronde tafel op een prominente plaats in het café. Ook toeristen zijn dikwijls welkome gasten aan die Stammtisch, dit helaas in tegenstelling tot hier in Nederland. In Nederland wordt er weleens beweerd dat er zoveel wordt gekletst in de kroeg of aan de stamtafel. Nou, dan moet u eens een kijkje komen nemen in Duitsland. Blijf dan eens niet op het terrasje zitten of achteraf aan een tafeltje. Maak een opmerking, geen al te flauwe natuurlijk en u bent binnen een minuut in een ‘zwaarwichtig’ gesprek beland. Hoe vaak ik al niet alle wereldproblemen over tafel heb horen ‘schuiven’ in een Duitse kroeg en hoe dikwijls ze ook niet in één avond waren opgelost, die waren ontelbaar! Meestal eindigt het, zeker als er vreemdelingen bijzijn op ‘Brüderschaft trinken.’ Hoe vreemd het ook moge klinken in sommige oren, maar Duitsers zijn erop uit om vrienden te maken. Ruzie in cafés zijn echt stukken zeldzamer dan hier. Ook het misverstand dat de Duitsers geen humor zouden kennen wil ik graag ‘aan de kaak stellen.’ Nergens wordt zoveel gelachen als daar in de kroeg, zelfs na enkele biertjes én borrels, want Duitsers drinken dat maar al te graag samen en toch blijft er sprake van een bijzondere hoffelijkheid en beleefdheid. De omgangsvormen van de Duitser zijn nu eenmaal een stuk formeler en fatsoenlijker dan bij ons.

 

 

 

Potsdamer Platz – Berlijn

 

 

Jaren geleden was ik eens met mijn vader op stap in Berlijn. De muur stond er nog in al zijn misselijk makende glorie. Ik had wat te doen in Berlijn en mijn vader had door de ziekte van mijn moeder al jaren geen vakantie meer willen nemen. Eindelijk had ik hem ervan overtuigd dat hij er echt eens een paar dagen tussenuit moest en ik had mijn partner gevraagd dagelijks naar moeder te gaan, zodat ze toch nog elke dag bezoek kreeg. Daardoor kreeg ik mijn vader zover dat hij erin toestemde mee te gaan. De klus die ik te doen had in Berlijn was niet bijster tijdrovend of ingrijpend en ik dacht hem die paar uurtjes wel even ergens te kunnen ‘parkeren.’ In de buurt van Spandau, het meest westelijke deel van het toenmalige West-Berlijn, daar kwamen we verzeild in een gezellige kroeg met een mooi terras en de spijskaart zag er ook veelbelovend uit. Tegenover ons, aan een ander tafeltje, zat een oude dame van zeker ver in de zeventig aan een zeer groot glas pils! Aan haar hele uitstraling kon je nog zien dat ze betere tijden gekend had. Mijn vader moest een beetje lachen om dat grote glas bier van die oude dame. Echter zij vatte de lach van mijn vader ietsjes anders op en bleek duidelijk wel gecharmeerd te zijn van mijn vader. Helaas konden de beide ‘oudjes’ weinig met elkaar communiceren. Zij kon geen woord Nederlands en de kennis van de Duitse taal van mijn vader was: ‘om op te schieten.’  Ik was dus het ‘haasje’ ofwel: de tolk. De oude dame vroeg mij ondermeer mijn vader te vragen of zij “Der Gnädigde Herr Vater” wellicht wat mocht aanbieden. Dát had die oude ‘schmicht’ goed gehoord! De woorden: Gnädigde Herr Vater ging er bij hem in als koek! Jaren heeft hij er mij nog aan herinnerd hoe netjes en beleefd ze hem wel niet aanspraken en dat ik dus ook … enz. enz. “Ja ja! Aan m’n hoela!”

 

 

 

Theatergebouw van Munchen

 

 

Deze reis gaf ook nog een ander ‘pracht staaltje’ te zien aangaande de Duitse manier van  respect voor ouderen. Zo hadden mijn vader en ik een plaatsje gevonden op een van de grote terrassen op de bekende Kurfürstendamm. Een der grootste allee’s van het toenmalige West-Berlijn met dubbele rijbanen. Met parkeermogelijkheden in het midden en reusachtige brede trottoirs aan de beide zijde van deze allee. Daar mijn vader nogal slecht ter been was zette ik hem af bij een terras, vroeg hem een stoel voor mij vrij te houden en ging mijn auto elders parkeren. Zodoende hoefde hij niet al te ver te lopen. Parkeermogelijkheden net vóór of tegenover je uitgekozen terras zie je alleen maar in films. Dus ik op zoek naar een parkeerplaats. Na een kwartiertje was ik terug en we gingen er een paar ‘soldaat’ maken. Helaas door die paar biertjes kon mijn vader amper meer lopen. Hij was weinig meer gewend, gezien zijn thuissituatie en ik zei hem even te wachten tot ik de auto weer opgehaald had. Ondertussen realiseerde ik mij dat zelfs het relatieve lange stuk lopen over die zeer brede stoepen hem toch teveel zou worden en ik besloot met veel ‘bravoure’ mijn auto op de stoep te rijden tot vlak vóór de tafeltjes en stoeltjes van het terras. Geen politieagent te bekennen! Maar zoiets ruiken ze en ja hoor, daar kwam er zowaar pardoes eentje, ‘onder een steen uitgekropen’ of zoiets. Feit was dat hij ineens voor ons stond. Altijd zeer beleefd, dat moet je ze toegeven, vroeg hij: “Wat ik me daar wel niet dacht te kunnen permitteren?” In een ‘flits’ van een seconde had ik het ‘panklare’ antwoord. Ik siste tegen mijn vader dat hij zich als stokdoof moest voordoen. Zo begon ik een verhaal te vertellen tegen deze ‘driestreper.’

 

Ik vertelde (naar waarheid) dat ik enig kind was. Mijn vader helemaal alleen in Spandau woonde en ik in Nederland. Gezien de ziekte van mijn vader en zijn zwakke benen kon hij nooit meer op eigen gelegenheid in de stad (Berlijn) komen. Ik was getrouwd en werkte in Nederland, dus mijn bezoekjes waren zodoende erg spaarzaam en … mijn vader als ‘oud strijder’ (daar zat ‘m de kneep) had zich zó verheugd nog een keer zijn geliefde stad te zien. Want alleen kon hij amper zijn flatje uit. Zo luidde mijn verdediging tegen deze agent. De hele houding van de autoritaire agent veranderde op slag. De buiging naar mijn vader toe van die politieman was fenomenaal. Ik mocht mijn ‘Alte, kranke und Geehrte Herr Vater’ zondermeer de auto in helpen. Hij deed nog ‘krommer’ en moeilijker dan normaal, die komediant. De politieagent hield ondertussen de voetgangers tegen, toen ik de wagen startte en liep voor mijn auto uit tot op de rijweg van de allee. Hield daar meteen de niet aflatende stroom auto’s en bussen tegen. Dit met het bekende stopgebaar zoals een geüniformeerde diender die eigen is en gaf hij ons, onder het brengen van een militaire groet aan zijn dienstpet, vrij baan. Alhoewel mijn vader geen Duits kon spreken verstond hij het redelijk goed. Hij barstte in lachen uit en bovendien vervloekte hij diezelfde rotmof. Kijk, dat was nou typisch de kijk van de gemiddelde Hollander op de Duitser van pakweg 25 jaar terug. Maar dat is gelukkig nu echt (hopelijk) voltooid verleden tijd.

 

 

 

Raadhuis – Bonn

 

 

Feit is dat de gemiddelde Duitser veel hoffelijker is dan de gemiddelde Nederlander. Mijn ervaringen, met name in winkels zijn wat bediening en service betreft meer dan prima. Zelfs in de grensstreken met Nederland moet je er niet verbaasd van staan te kijken dat men je tegenwoordig in het Nederlands tegemoet treedt. Zeer veel Duitsers en dan vooral in de grensstreken leren zich het Nederlands goed aan. Ook wonen veel Duitsers, soms semi-permanent in Friesland. Althans gedurende de zomermaanden of ook in andere plaatsen van ons land waar het goed toeven is voor toeristen. Zo is het een feit dat in onze grensstreken, tot aan het hoge noorden van Groningen toe dat het daar gesproken plaatselijke dialect heel, heel nauw verwant is aan het dialect dat gesproken wordt aan de Duitse kant van de grens. Zeker in dié streken van ons land zie je dat de wonden die de oorlog heeft geslagen bijna volledig geheeld zijn. Wat mij nog altijd een raadsel is, is het feit dat onze stranden ‘bezaaid’ zijn met Duitse toeristen in de zomer en dat de Duitse stranden haast uitsluitend door Duitsers bezocht worden en dus niet door Nederlanders. Kent u een Nederlander die op vakantie is geweest naar een Duits waddeneiland of naar de Oost-Duitse Oostzeekust? Ik ken ze niet! Ze zullen er beslist zijn, doch niet veel. Toch, ga er eens heen. U vindt er leuke stoomtreintjes, allerlei speelse activiteiten en … prijzen die aanmerkelijk lager liggen dan in Scheveningen, Zandvoort of Noordwijk!

 

 

 

Köningswinter

 

 

Ga ook eens naar het voormalige Oost-Duitsland en niet alleen naar de Oostzeekust. Vooral als u een beetje cultuurminnend bent mag u de oude stad Weimar gewoon niet overslaan. Wat een geschiedenis, wat een romantiek, wat een kunst! U waant zich in de oude binnenstad die zelfs de communisten hebben weten te waarderen, in een sfeer waar u Goethe of van Beethoven zo zou kunnen tegenkomen. Jammer, heel jammer dat op onze middelbare scholen zo weinig wordt onderwezen over bijvoorbeeld Goethe en over de cultuur die de Duitsers toch aan Europa hebben nagelaten. Het is nog steeds die verdraaide wereldoorlog die ons parten speelt. Ons daardoor ook afsnijdt van een stuk cultuur en gedachtegoed, die niets en echt helemaal niets meer met het nazisme te maken heeft, maar die wel heel Europees is en ons toch grotendeels wordt onthouden.

 

 

 

Weimar – Goethehaus

 

 

Soms denk je weleens dat de Nederlander denkt dat in Europa alles om die paar vierkante kilometer Nederland draait. Europa telt meer dan 30 maal zoveel inwoners als Nederland en is zoveel groter dan dat kleine landje aan de Noordzee. Het Heilige Roomse Rijk waarvan Duitsland vroeger de spil was is echt voltooid verleden tijd. Ook de tijd van het Duitse keizerrijk is passé en God zij geloofd en gedankt hiervoor, het bruine verleden van dit prachtige land is op een enkele ‘oude knar’ na en wat ‘leeghoofdige kaalkoppen’ ook helemaal voltooid verleden tijd. Mede daarom wil ik eindigen met te stellen: Deutschland: Lebe Wohl!

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home