125 jaar SV De Baronie vastgelegd
in kloek boek
Schaken
is een kwestie van geconcentreerd
stilzitten en stappen vooruit denken.
Schaakvereniging de Baronie deed dat de
afgelopen periode ook
buiten het schaakbord in voorbereiding op
het 125-jarig bestaan.
LEES HIER
HET GEHELE ARTIKEL UIT
www.bredavandaag.nl:
http://www.bredavandaag.nl/sport/2017-01-20/125-jaar-sv-de-baronie-vastgelegd-kloek-boek
(bovenstaande link
is niet meer actief)
Lees ook:
Schaakvereniging Baronie
bestaat 125 jaar
http://internetbode.nl/breda/sv-baronie-bestaat-125-jaar-311491
(bovenstaande link is niet
meer actief)
Een korte
terugblik op mijn tijd als lid van deze schaakvereniging:
In ca. 1960 werd ik lid van de Bredasche Schaakvereeniging. In
die tijd was Drs. Jan ten Brinke
de secretaris en woonde nabij het toenmalige slachthuis in de Belcrum. Ik weet
nog dat ik
op de eerst volgende zaterdag een partijtje
schaak ging spelen in de bovenzaal van
Restaurant De Beurs op de Grote Markt.
Daar waren vooral wat oudere heren aanwezig alwaar ik tegen
kon spelen. Uiteraard werd ik toen nog
compleet van het bord geveegd,
want tegen deze geroutineerde spelers was ik uiteraard nog
niet opgewassen. Op dinsdagavond was het clubavond en daar kwam
ik toen de sterkste spelers van de club tegen. Op deze avonden werd vooral
de interne competitie gespeeld.
De eerste tijd had ik geen schijn
van kans, maar oefening baart kunst en begon toch wel
steeds beter te spelen en kwam
al vrij snel in aanmerking om met de externe competitie mee te doen. Die wedstrijden vonden destijds uitsluitend op een zaterdagmiddag plaats. De Bredasche Schaakvereeniging had
twee teams, waarvan het eerste
team (bestaande uit 10 spelers) in de hoogste klasse van de Brabantse Schaakbond speelde. Het tweede een paar
klassen lager. Het was net zoals
bij voetbal: de ene week thuis en de andere week uit. Binnen het jaar had ik me opgewerkt als een toch
al wel sterke speler en werd
een vaste waarde voor het eerste team. Ik was best wel een fanatieke
speler en deed aan allerlei toernooien
en kampioenschappen mee. Ik won weleens wat prijsjes, maar werd nimmer kampioen. Er liggen nog een
aantal namen van toenmalige leden in mijn geheugen en
dat waren o.a.: Jan ten Brinke (secr), de 2 broers Van Weelde, de heer Van Eijk, de heer Van Boven, Mr. Rassers, de heer Janssen, Maarten
van Gils, Notaris Beekers
(ere-voorz), de heer Storimans, de heer Buchel, de heer Scheerder, Ir. Van Katwijk, de heer Soeterboek, de heer de Zwart, de heer Mendes (voorz), de heer Verheij en de heer
Embrechts. Jan Bastiaansen
(een zeer sterke schaker) en Hans Verhoeven kwamen er iets later bij. Natuurlijk vergeet ik de heer Kolk van de Grote Markt niet, geen
sterke schaker, maar wel een sociaal
voelende persoonlijkheid.
Enkele Jaren later ging
de Bredasche Schaakvereeniging
een fusie aan met Schaakvereniging Max Eeuwe. Max Eeuwe had toen een clublokaal
in een café in de Belcrum.
Vanaf dat moment werd de vereniging de grootste van de wijde omtrek. Er waren ook nog wat andere
verenigingen, zoals De
Variant (waar veel jongeren lid van waren) en een wat kleinere
vereniging met de naam SIOS. De fusieclub
ging toen heten: Breda Max Euwe Combinatie. Naast bovengenoemde schakers kwamen er veel sterke spelers bij, zoals de heer
Hofkens, Frans Bayings, de heer Van Rhee, de heer Van Ginneken. K. Lesman, de heer Polling, Dr. Nijeholt, de heer Boon, de heer Farla, Miel de Widt, de heer Scholten, de heer Ensing, de heer Sluijters, G. Hupkes, de heer Mulder, de heer Hagenaars, de heer Van der Velde en later nog de heer Maakenschijn.
Met al die sterke spelers wist de club ‘n keer door te dringen
tot de 2e klasse van de KNSB. Ik
weet ook nog dat we heel graag de heer Stofmeel
er bij hadden gehad, maar deze was het niet eens met de fusie en is volgens
mij toen gestopt met schaken. De heer Stofmeel was n.b. de sterkste schaker van Breda en omstreken. Uiteraard ken ik de heer Van Dongen ook nog,
directeur van de Levensschool
en zijn zoon die op de dinsdagavonden voor de drankjes zorgden. Er zijn ook nog
een aantal mensen waarvan ik even niet op de naam kan komen. Zodra
die mij te binnen schieten zal ik deze
alsnog in dit artikel vernoemen.
Ook heb
ik de eer gehad te mogen
spelen – weliswaar simultaan – tegen de Russische grootmeester Flohr. Dat was op 5 januari 1964. In dezelfde zaal speelde ook
M. Botwinnik zijn wedstrijden, waarvan ik nog weet
dat de heer Stofmeel wist te
winnen. Dat was een prestatie van formaat en heeft
nog uitgebreid in de krant gestaan. Doch, enige jaren
later ging mijn interesse voor de schaaksport wat achteruit en ben toen gestopt. Ik
was nog wel lid toen we naar de Levensschool verhuisden. (Kees
Wittenbols).
Jeugdschaakwedstrijd:
Breda-Bern (10 augustus 1963)
(Ikzelf spelend/noterend aan
het tweede tafeltje, ook zichtbaar: de heer Jansen, jeugdwedstrijdleider)
(mijn
tegenstander was H. Henggi, jammer voor hem, want ik
zette ‘m al na 10 minuten schaakmat)
(Kees
Wittenbols)
21 januari 2017